Wanneer je uiteindelijk een keuze hebt gemaakt bij de aankoop van een autospeaker, kan je dit zeker en vast zelf inbouwen. Autospeakers inbouwen is niet supermoeilijk, maar het is wel belangrijk je aandacht er goed bij te houden. Om te vermijden dat je met een onoverzichtelijk spinnenweb van speakers en draadjes in de clinch ligt, zal je toch met volgende tips rekening moeten houden om het hoofd koel te houden en dat je niet voor voldongen feiten komt te staan. We zetten voor je graag enkele bruikbare tips op een rijtje.
Gebruik kabels van goede kwaliteit
Na het aanschaffen van een autospeaker volgt meestal het inbouwen van autospeakers en/of de subwoofers. En laten we een kat noemen: dit is een vak apart en noem het maar gerust in één adem specialistenwerk. Om het cru te stellen, een auto biedt in akoestisch opzicht haast een onaangename ruimte. Bij een cabriolet is dit zelfs als rampzalig te omschrijven. Een goede inbouwer moet over heel wat veelzijdige troefkaarten te beschikken met volgende technische eigenschappen als background: hij moet zowel verstand hebben van elektronica, akoestiek en een snuifje autotechniek.
Om de aangekochte apparatuur optimaal te laten functioneren, is het eveneens raadzaam extra de focus te leggen aan de auto elektra bekabeling van de autospeaker. Net zoals een doorgewinterde triatleet niet kan leven op fastfood , moet hoogwaardige elektronische apparatuur de best mogelijke logistieke ondersteuning krijgen van kwaliteitsvolle kabels. Zo een robuuste dikke kabel – voorzien van zuurstofvrije koper – is ondanks de peperdure prijs het geld meer dan waard en puur noodzakelijk. Een goede raad. Beknibbel hier zeker niet op, want anders haal je nooit het maximale uit je audioset die je net hebt aangekocht.
Om een autospeaker in te bouwen, ben je dus best een beetje een handige Harry (met de instructies in dit filmpje kom je ook al een eind op weg). Er moet immers vaak worden geboord of gezaagd in de wagen en bekabeling worden aangelegd. Gelukkig zijn er meestal standaard ingebouwde ruimtes voorzien waar een autospeaker in past. Vooraleer je tot de aanschaf van een autospeaker overgaat, is het heel verstandig als je op voorhand één en ander begint op te meten. Wanneer je technisch niet zo onderlegd bent om speakers in te bouwen, kan je gespecialiseerde vakmannen inhuren die hiermee vertrouwd zijn.
Verschillen in auto speakers
Een autospeaker moet een vrij groot debiet van frequenties weergeven: van de vrij lage tot de meer hogere tonen. Omdat het haast onmogelijk is om uit één luidspreker het volledige frequentiegebied te bereiken, worden in vele gevallen verschillende autospeakers in één luidsprekerkast gebruikt. De elektronische signalen worden dan opgesplitst dankzij een filter. Een luidspreker die voorzien is van een tweeweg, heeft overigens die filter automatisch ingebouwd. Dit tweeweg-systeem kan trouwens meerdere autospeakers per kast herbergen. In tegenstelling met een versterker heeft een luidspreker geen vermogen, maar wel een bepaalde afgebakende belastbaarheid.
Deze bepaalde waarden worden in Watts uitgedrukt. De fabrikant van luidsprekers raadt vaak het vermogen van een versterker aan. Een versterker die niet over voldoende vermogen beschikt, veroorzaakt meestal clipping. In mensentaal wil dit zeggen dat bij clipping vervorming wordt veroorzaakt in de hoge tonen. Om die reden is het aan te raden om een zwaardere in plaats van een lichtere versterker aan te sluiten. Kwestie om de geluiden en toonaarden gebalanceerd onder controle te houden. Niet enkel de plaats van de luidspreker ten opzichte van de luisteraar is een invloedrijke factor, ook de akoestische eigenschappen van de wagen zelf hebben een hele grote invloed.
De meest voor de hand liggende en eenvoudige oplossing is de luidspreker in een tussentijdse klankkast (of een kartonnen doos) te installeren en te evalueren waar de meest ideale locatie in de auto is. Het spreekt voor zich dat je dit zelf zult moeten bepalen welke plaats het meest geschikt is in de auto om te kunnen genieten van de meest optimale geluidskwaliteit.