Saturatiemeters zijn populair. Waar je ze nog niet zo lang geleden alleen in ziekenhuizen tegenkwam, duiken ze de laatste tijd steeds vaker in huishoudens op. Waar gebruiken we een saturatiemeter eigenlijk voor en hoe werkt het apparaatje? Een saturatiemeter is een klein apparaatje dat je op een van je vingers kunt klemmen. Het apparaatje meet hoeveel zuurstof er in je bloed opgenomen is. Dit noemen we saturatie. Om je organen gezond te houden, is een goede saturatie essentieel. Als de saturatie langdurig te laag is, kan er schade aan organen ontstaan.
Onze rode bloedlichamen bestaan voor zo’n 34% uit hemoglobine. Hemoglobine is een bijzonder eiwit dat in staat is om zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) aan zich te binden. Hemoglobine bevat ijzer en dat geeft ons bloed de bekende rode kleur. Hemoglobine zorgt ervoor dat onze cellen van zuurstof worden voorzien en dat de koolstofdioxide, het afvalproduct van het verbrandingsproces in de cellen, afgevoerd wordt. Zuurstofrijk bloed heeft een helder rode kleur, zuurstofarm bloed heeft een donkerder rode kleur. Hier maakt de saturatiemeter gebruik van.
Om de saturatie te bepalen, maakt een saturatiemeter gebruik van (infra)rood licht. De saturatiemeter stuurt dit licht door de bloedvaatjes in je vingertop. Het door de bloedvaatjes weerkaatste licht wordt gemeten. Aan de hand van de gemeten waarde bepaalt de saturatiemeter nauwkeurig de saturatie. Dit gebeurt aan de hand van de exacte kleur rood die zich in het gereflecteerde licht bevindt. Immers, hoe helderder rood, des te meer zuurstof er in het bloed aanwezig is.
In medisch jargon wordt saturatie uitgedrukt in SpO2. SpO2 is een waarde tussen 0 en 100%. Bij gezonde mensen moet de saturatie op 95% of hoger liggen. Mensen met bijvoorbeeld een longaandoening, zoals COPD, hebben bij gebruik van de juiste medicijnen doorgaans een SpO2 van rond de 90%. Ook rokers hebben vaak een lagere saturatie. Een saturatie onder de 90% duidt meestal op een onderliggend probleem en medische hulp is dan dringend nodig.
Een lage saturatie valt in eerste instantie vaak niet eens zo erg op. Je kunt een saturatie van rond de 85% hebben, zonder dat je daar in je dagelijkse leven iets van merkt. Misschien ben je wat sneller buiten adem, maar ziek voel je je niet. Een dergelijk lage saturatie veroorzaakt echter langzaam schade aan organen. Als de situatie te lang aanhoudt, krijg je wel klachten en kan er zelfs permanente schade aan organen ontstaan zijn. Je kunt last krijgen van je nieren, darmen, lever, etc. In het ziekenhuis zal men snel je saturatie meten en tot de conclusie komen dat deze veel te laag is. Je had deze situatie kunnen voorkomen als je eerder op de hoogte zou zijn geweest van je lage saturatie.
Saturatie thuis meten is een goed idee
Zeker als je een longziekte hebt, rookt of als je last van bloedarmoede hebt, dan is het verstandig om thuis regelmatig je saturatie te meten. Maar ook als je gezond bent en nergens last van hebt, kan het geen kwaad om regelmatig je saturatie te meten. Door regelmatig je saturatie te meten, kom je medische problemen eerder op het spoor, nog voordat je daadwerkelijk klachten krijgt. Het is immers zo dat een lage saturatie meestal niet direct tot klachten lijdt.
Saturatiemeters zijn ruim verkrijgbaar. In de basis doen ze allemaal hetzelfde. Natuurlijk meten ze de saturatie. Daarnaast meten vrijwel alle saturatiemeters je hartslag. De verschillen tussen de verschillende uitvoeringen zitten voornamelijk in het display. De eenvoudigste, en daarmee goedkoopste, meters hebben een simpel LED display dat in rode letters en cijfers de gemeten waarden laat zien. Er zijn ook veel saturatiemeters met een kleurenscherm. Deze tonen dezelfde informatie, alleen ziet het er door het kleurenschermpje een stuk mooier uit.